Ferenc Fricsay
Ferenc Karl Fricsay (Boedapest, 9 augustus 1914 — Bazel, 20 februari 1963) was een Oostenrijks dirigent van Hongaarse afkomst, die vooral in Hongarije, Oostenrijk en Duitsland heeft gewerkt.In Boedapest studeerde Fricsay onder meer bij Béla Bartók en Zoltán Kodály. Na de Tweede Wereldoorlog was hij vooral betrokken bij het RIAS-orkest. Met dit orkest maakte Fricsay vele opnamen en werd hij een van de belangrijkste kunstenaars bij Deutsche Grammophon. Zijn stijl was nuchter, energiek, gedetailleerd en met nadruk op het ritmische; zijn voorbeeld hierin was Arturo Toscanini. Fricsay, die ook veel opera's dirigeerde, werkte graag met een vertrouwd team van solisten, onder wie Maria Stader, Rita Streich, Dietrich Fischer-Dieskau, Ernst Haefliger, Yehudi Menuhin, Clara Haskil en Géza Anda.
Bekende opnames van zijn werk zijn onder andere die van ''Don Giovanni'', ''Die Zauberflöte'', ''Carmen'', ''Der fliegende Holländer'', ''Fidelio'', Mozart- en Haydnsymfonieën, Haydns ''Die Jahreszeiten'', Mozarts Requiem, Beethovens Vioolconcert, Schumanns ''Frühlingssinfonie'', Verdi's Messa da Requiem, Dvořáks Symfonie nr. 9, Mahlers ''Rückert-Lieder'', Stravinskys ''Le Sacre du printemps'' en de Psalmensymfonie, Orffs ''Antigonae'', de ''Petite Symphonie Concertante'' van Frank Martin, Zoltán Kodálys ''Psalmus Hungaricus'', de meeste werken van Bartók, waaronder zijn Vioolconcert nr. 2, de drie pianoconcerten, ''Cantata Profana'' en ''Hertog Blauwbaards burcht''. Door Wikipedia aangeleverd
-
1Andere auteurs: “…Fricsay, Ferenc…”
Plaatsingsnummer: TD 10 MozaBoek -
2door Mozart, Wolfgang Amadeus (1756-1791)Andere auteurs: “…Fricsay, Ferenc…”
Gepubliceerd in 1961
Plaatsingsnummer: TD 10 MozaBoek -
3Andere auteurs: “…Fricsay, Ferenc…”
Plaatsingsnummer: TD 10 MozaBoek